Grappig dit. Ik ben zo ‘heldhaftig’ een blog begonnen om de wereld bekend te maken met narcolepsie. Dat vond ik nodig: mensen kennen het niet en zo wel, hebben ze er vaak een verkeerd beeld van. Nu betrap ik mezelf erop dat ik doodleuk bijdraag aan dat laatste. Ik schrijf over de grappige momenten die prima te relativeren zijn voor mezelf en die vaker hilarisch dan verdrietig zijn. En dat doe ik met plezier. Ik deel graag dat ik met gitaar en al op schoot in de klas in slaap val terwijl mijn klasgenoten keihard muziek aan het spelen zijn en m’n docent heel voorzichtig de gitaar uit mijn levenloze armen probeert te halen…
Omdat ik positief wil zijn. Omdat ik ‘narcolepsie-genoten’ wil opbeuren. Omdat ik jullie wil laten lachen. En omdat ik wil laten zien dat ik me mooi niet laat tegenhouden door dat eeuwige ge-slaap van mij. Maar soms laat ik me dus wel tegenhouden daardoor. Vaker dan jullie denken. En nu de winter zijn intrede maakt: nog vaker. En dus heb ik de laatste tijd niets geschreven. Geen inspiratie. En geen energie om het blije ei uit te hangen die zichzelf heeft aangeleerd om maar door en door te gaan door een paar pillen op een dag te slikken, sloten koffie te drinken en hard om zichzelf te lachen wanneer ze wakker schrikt in de trein. Maar soms zijn er grenzen. Grenzen die ook ik niet kan weerleggen. Helaas.
De afgelopen twee maanden waren zwaar. Heel zwaar. Het is best ruk weet je, wanneer je vol goede moed begint aan een nieuw studiejaar met de gedachte dat je dat laatste jaartje nog wel doorkomt. Niet dus. Tenminste niet zoals mijn studiegenoten. Eind september was ik al gesloopt. Je kon me opvegen. Ik zat weer in het slappe vaatdoeken team. Zoveel deadlines in een week dat ik niet meer kon werken, dat ik geen puf had om met vriendinnen af te spreken en dat ik om alles kon janken – nee mannen, het was niet perse die periode van de maand.
Maar dat was voor mij wel het moment dat ik – weer – op bejaardentempo moest gaan leven en daar pas ik voor. Dus de oplossing was: weer een half jaar mijn studie vertragen en iets minder werken zodat er meer tijd is om uit te rusten, m’n hoofd leeg te maken, maar ook vooral om m’n sociale leven in leven te houden. Ook zo wat als m’n vrienden me niet meer zouden herkennen, omdat ik thuis alleen maar lig te slapen als ik al niet aan het studeren ben.
Nu ik op de feiten gewezen ben, weet ik weer: soms kan je jezelf wel niet willen laten tegenhouden, maar is daar toch ineens wéér die enorme figuurlijke muur waar je tegenaan knalt. En nu dit me veel vaker gebeurt dan ik gewend ben en dan ik soms aan kan, besluit ik om ook dit te delen. Dan maar een keer geen blog waar om gelachen kan worden. I’m sorry.
Maar wél een advies van deze oma: probeer die &#$^#% muur op tijd te zien, want wanneer je er tegenop knalt, ben je veel verder van huis en duurt het alleen maar langer voor je weer de oude bent. En sinds ik naar de oma in mij heb geluisterd, weet ik ook dat er een heleboel lieve mensen zijn die prima rekening kunnen houden met mijn slaapkop-zijn. Op mijn studie zijn docenten en klasgenoten heel relaxed, ik mag per week kiezen welke vakken ik wel/niet volg. Ook op het werk begrijpen ze me volledig en werk ik gewoon iets minder totdat ik het wél weer zie zitten. Heb ik eindelijk de tijd om die berg interessante communicatieboeken te lezen waar ik door mijn drukke studieschema nooit de tijd voor kon vinden. En heb ik daardoor weer iets meer energie om bier te drinken met vrienden en kan ik mezelf opladen door idiote dingen te doen met vrienden van scouting. Jep, ook heel belangrijk…
Liefs, Pip
PS. Er is op dus écht geen peil op mijn slaapritme te trekken: waar ik vanmiddag om 5 uur steeds half lag te tukken, zit ik nu weer klaar wakker om 0.05 uur een blog te schrijven… Strange.
En toch blijf je doorgaan en laat je je hoofd niet hangen. Dat zegt ook wat over jou. Trots op mijn sterke pleegdochter! Xxx